Tien jaar geleden zat ik begin september zenuwachtig in een zaaltje in Leiden. Dit was het Huizinga gebouw - een jaren ‘70 blok met krappe toiletten, veel mannenblikken die je volgden vanaf de muur en een groene binnentuin. Hier zou ik de komende 6 jaar van mijn studententijd doorbrengen. Het gebouw is vernoemd naar de Leidse cultuurhistoricus en antropoloog Johan Huizinga (1872-1945). In tegenstelling tot veel objectivistische collega’s (geschiedenis als meetbare wetenschap) ontwikkelde hij zich als grondlegger van de mentaliteitsgeschiedenis. Hierbij gaat het niet om droge feiten: welk jaartal, wie was er aan de macht, welke oorkonde gaan we bestuderen maar de emoties en cultuur die vormend waren. Naast zijn meesterwerk Herfstij der Middeleeuwen schreef hij ook Homo Ludens - latijn voor spelende mens. Zijn centrale argument hierin is dat spel cruciaal is voor het ontwikkelen van cultuur en spelen ook een cruciaal menselijk fenomeen is. Zonder spel geen ontwikkeling en zonder spel geen mens.
Ik heb mijn studie geschiedenis altijd als bijzonder waardevol ervaren maar het was ook duidelijk dat niet iedereen er zo over dacht. Zo zei een vader van een vriendin verbaasd tegen mijn moeder: ‘Laat jij jouw kind geschiedenis studeren???’. Op basis van de toon zou je vermoeden dat ik dagelijks babygansjes zou gaan vergassen. Een nutteloze bezigheid waar je in de toekomstige carrière niets aan zou hebben. Een andere terugkerende vraag was: ‘Oh, wordt je dan docent?’. Ik legde dan altijd rustig uit dat een WO-opleiding geschiedenis geen enkele pedagogische vaardigheid bijbracht en ik die arme kinderen dat absoluut niet aan wilde doen.
De redenen dat ik geschiedenis wilde studeren (na het opgeven van mijn droombaan als dolfijnentrainer) waren even pretentieus als eenvoudig. Ik wilde snappen hoe de wereld in elkaar stak zodat ik die kon verbeteren. En ik hield van verhalen. Ik kan na 6 jaar ploeteren in de UB niet zeggen dat de wereld echt beter gaan begrijpen. Ironisch genoeg was mijn resultaat vooral het besef dat ik eigenlijk helemaal niet zoveel weet.
Toch heb ik een hoop geleerd wat ik nog dagelijks toepas in mijn werk en gun ik iedereen deze belangrijke pretstudie. Zo zijn dit 3 vaardigheden die ik opgedaan:
Lezen. Bij elke studievoorlichting vragen ze of je wel van lezen houdt. Je moet namelijk heel veel lezen. Ik was al een fervent lezer maar academisch jargon vraagt een hele nieuwe aanpak. Ik leerde verschillende leestechniek en hoe belangrijk het is om helder te schrijven om je argument te laten landen. Niet voor niets zegt men dat als je iets echt snapt, dan kun je het ook simpel uitleggen. Begrijpend lezen is een cruciale skill die steeds zeldzamer wordt als je kijkt naar de ontwikkelingen in leesvaardigheid in het onderwijs.
Informatie filteren. Voor elk vak moet je artikelen lezen en tentamens vragen om het doorwerken van vuistdikke boeken. Je leert filteren en informatie in context plaatsen. Vaak denken mensen dat je veel jaartallen kent maar daar gaat het juist totaal niet om. Hoe verhouden gebeurtenissen zich tot elkaar en welke krachten spelen er allemaal. Zo ontstaat een gelaagd beeld van de situatie en blijkt er eigenlijk nooit één juist antwoord of waarheid te zijn. Door deze tunnelvisie te voorkomen kun je situaties goed doorgronden en geef ik beter advies.
Perspectief. Een van de valkuilen van een vraag stellen aan historici is dat je meestal een ellenlang antwoord krijgt met een hoog gehalte enerzijds/anderzijds. Tegelijkertijd is het prettig om te zien dat weinig dingen echt nieuw zijn. Zo waren de eerste auto’s elektrisch, werd men al boos over spotprenten in de 18e eeuw en is er altijd nog muziek. Je ziet hoe klein en groot mensen tegelijkertijd zijn. Je kijkt wat minder zwart/wit naar onze helden en heldinnen en probeert te snappen in welke wereld zij zich moesten redden. Je bent flexibeler en nieuwsgierig naar wat er achter weerstand of het makkelijke antwoord schuilgaat.
Er zijn nog veel meer manieren waarop ik de meerwaarde van mijn studie merk. Het is interessant om met een historische blik te kijken naar de transities waar we momenteel in zitten. We moeten als maatschappij veranderen om te overleven, maar hoe? Met deze vraag wil ik de komende jaren met mijn nieuwe bedrijf bezig houden onder de noemer: Green Tempest. Dit betekent niet alleen Groene Storm maar ook Groene Tijd. Hierover later meer maar je kunt alvast de Instagram gaan volgen. Laat me weten welke pretstudie jij graag zou willen volgen en tot volgende week!
Tips van de week:
Support de bundel Modelverhalen. Vriendin Liang de Beer heeft een nieuw tof initiatief met Pan Asian Collective. Modelverhalen is een bundel met verhalen, essays en gedichten van Nederlandse (én Vlaamse) schrijvers met roots in Azië. Ik zag een sneak peak van de geselecteerde schrijvers en anticipation is high!
Op 23 februari is er weer een nieuwe Xizir met Özcan Akyol, Eveline Crone en Marieke Peeters. Journalist Hizir Cengiz stelt ze de vragen die anderen niet durven en dit levert altijd een bijzondere avond op met veel food for thought.
Boekenclub Feministische Bieb. Op 28 februari leest en bespreekt de feministische boekenclub o.l.v. yours truly het boek Half Leven van de Vlaamse Aya Sabi. Het is een prachtig boek over drie generaties vrouwenlevens. Ik zie je graag daar of stuur dit door naar mensen met leesliefde in je leven.
Op Netflix: One woman show Get On Your Knees. Komedie, maatschappijkritiek, blowjobs: wat wil je nog meer!
Als ik terug in de tijd kon had ik English Lit gekozen als studie aangezien ik de hele 1e jaars curriculum op middelbare school al voor de lol had gelezen. Tip: Er is trouwens een hilaaaaarische podcast “Celebrity Book Club” en daar is Jaqueline Novak bij de Liz Taylor aflevering ter gast.